Bij het uitkiezen van gezangen kunnen de liederen naar inhoudelijke herkomst en bron onderverdeeld worden in de volgende categorieën, welke ook de volgorde in voorrang aangeven (vgl. SC 121). Bij de eerste vier groepen kan men onderscheid maken in: a) vertaling, b) parafrase, c) allusie.
1. De voorkeur dient uit de gaan naar gezangen met de voorziene liturgische tekst uit het betreffende misformulier (met name bij de antifoon bij de intrede, de antifoon bij de communie, de antwoordpsalm en het vers voor het evangelie).
2. Waar deze ontbreken kan men andere gezangen nemen, allereerst psalmen en bijbelse cantieken, omdat deze van oudsher tot nu toe de belangrijkste plaats innemen in de liturgie.
3. Vervolgens komen gezangen in aanmerking met andere bijbelse teksten (vertaling of bewerking).
4. Vervolgens dienen de liederen te stammen uit de liturgische bronnen.
5. Tenslotte kunnen de gezangen inhoudelijk vrije tekstcomposities zijn, waarbij wel in acht genomen moet worden dat ze expliciet uiting zijn van het katholieke geloof en geschikt zijn voor de betreffende liturgische plaats en functie.
Waar toonzettingen op liturgische teksten ontbreken, verdient het aanbeveling dat deze worden gemaakt.
To participate in the discussions on Catholic church music, sign in or register as a forum member, The forum is a project of the Church Music Association of America.